dinsdag 21 juli 2020

Verzinnen

Fantasie is grenzeloos,

mogelijkheden zijn oneindig,

combinaties talloos.

Alles kan, alles mag.


Maar eens je het verzint, gaat een stuk vrijheid verloren want zinnen werken volgens regels, de regels van de taal. Taal geeft betekenis en sluit andere uit. Als we het (be)tekenen leggen we het al vast. Die beschränkung installeert zich en de meester is van huis. Zin is richting en sluit andere uit.


Toch is verzinnen deel van wat we zijn. Omdat als we onze fantasie niet verzinnen ze niet bestaat. Omdat we zelf slechts bestaan voor zover we het kunnen delen met een ander en in zoverre een ander ons laat bestaan in wat we delen. Als we niet meer verzinnen verschrompelen we, dor en vruchteloos.


De kunst is: in de verzinning van onze wilde fantasie de wijdsheid, roekeloosheid, jezelfheid behouden, niet toe te geven aan de sirenezang van pleasen en conformeren.


De wereld is verzinsel en toch echt. Het leven is verzonnen en toch echt. Ik hou van echt en veracht de rest. Verzinnen zonder fantasie is niet echt en verzinnen zonder echt is vals en waardeloos. Onze verbeelding heeft de wereld geschapen. Door onze fantasie hebben wij geleerd wie we zijn. Fantasie heeft god gemaakt... en ook overbodig.


Wij zijn echte verzinsels en die moeten we koesteren door onze echtheid.

zondag 5 juli 2020

Corona Cronycken deel 7 - over consumptieplicht en inclusieve globalisering

Wij komen stilaan uit onze milde lockdown gekropen. Of juister: we worden er uit geduwd en dit niet eens zachthandig. Eigenlijk zit ik met het ongemakkelijk gevoel dat we er net niet uitgeranseld worden, right back richting hersenloze compulsieve consumptiedwang. Dwangneurose? Ja, ’t heeft er weg van maar is natuurlijk meer. De dwang komt ook van buitenaf als uiting van de consumptieplicht waartoe elke burger zich (weliswaar ongeschreven en onbewust) contractueel verplicht. Hieraan verzaken is een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid en wordt bestraft met uitsluiting. Heel ons economisch model staat of valt met het bestendigen van de nooit eindigende groei en daarom worden de burger van nagenoeg bij de geboorte aan de intraveneuze koopbaxter gelegd.

Je moet maar eens zien hoe beleidsverantwoordelijken reageren op elke suggestie van het (op lange termijn) uitfaseren van individueel autobezit, het aan banden leggen (middels bijvoorbeeld kerosinetaks) van excessief recreatief vliegverkeer of het inperken van wereldwijd transport voor de voedingsindustrie (zowel veevoeders als verwerkte voeding).

En nochtans… In tegenstelling tot datgene waarvan ik veelal verdacht wordt ben ik helemaal geen vijand van de vrije markt. Alleen betekent vrij voor mij in de eerste plaats fair want: hoe vrij is een markt die totaal gedomineerd wordt door (veelal multinationale) vrijbuiters die de regels naar hun hand weten te zetten en die nog altijd hun winsten belastingvrij kunnen oppotten in de Kaaimaneilanden? Een vrije markt is een markt waarop iedereen met gelijke kansen zijn activiteiten kan ontwikkelen. Op een vrije markt gelden dus dezelfde regels voor iedereen, of je nu als ondernemer groot, middelgroot of klein bent.

In tegenstelling tot datgene waarvan ik soms beschuldigd word ben ik helemaal niet tegen mondialisering. Integendeel, mondialisering is de richting waarin de mens al gaat van in zijn prille dagen op aarde. Zo hebben beschavingen zich ontwikkeld, zo zijn wij er in geslaagd om de huidige technologisch hoogstaande samenleving uit de grond te stampen: door wederzijdse bevruchting via handel met andere culturen. Globalisering? Ja: globalisering van de voorwaarden voor een rechtvaardige mondiale samenleving en globalisering van de verantwoordelijkheid voor het welzijn van onze planeet. Globalisering van mensenrechten, globalisering van respect en betrokkenheid. Iedereen mag meedoen. Inclusieve globalisering dus.

Kijk, nu we het er toch over hebben moet ik het toch kwijt. Ik hou er niet van om over concrete figuren te beginnen omdat ik niet de indruk wil wekken dat het probleem opgelost is als we hen aanpakken. Hier toch weer een klein citaat dat een bescheiden reactie behoeft. Joren Vermeersch op schoot bij Joël De Ceulaer in de Morgen van 4 juli j.l.:

"Mensen kunnen maar spontane solidariteit opbrengen met leden van hun gemeenschap in wie ze zich kunnen herkennen."

Vermeersch heeft helemaal gelijk natuurlijk. Het verschil met bijvoorbeeld mij is dat ik me vaker verwant voel met mensen die een andere nationaliteit hebben, een andere kleur of een andere cultuur. Als ik rondom me kijk in die kleine cultuurbubbel die Vlaanderen heet, heb ik moeite om mezelf te herkennen in de lokale fauna. Dat wil niet zeggen dat het elders persé beter is, maar mijn wereld stopt niet aan de taal- of landgrenzen. Geestesverwanten vindt je overal, op elk continent en in oneindig veel hoedanigheden. Ja gemeenschappen zijn belangrijk, maar ik behoor tot vele.
Kwestie van het een beetje te situeren: het interview waaruit bovenstaand citaat ging onder de titel "Wij leven onder de dictatuur van het goede". Mijnheer Vermeersch is de nieuwe ideoloog van N-VA. Dat belooft.

Heel even koesterden we de illusie dat die hele pandemische episode ons wijzer zou maken, dat we deze off-tijd zouden gebruiken om onze raison d’ être eens grondig te overzien. Zo konden we misschien tot de conclusie komen dat het moment gekomen is om ons gekaapte ideeëngoed, wereldbeeld, identiteit te heroveren en daar bewust terug een eigen inhoud aan te geven. Helaas dus. Wij hadden het te druk met Facebook, Twitter, onze dagelijkse applaussessies voor het zorgpersoneel en de dagelijkse coronasoap op De Afspraak en het radionieuws.

donderdag 2 juli 2020

Corona Cronycken deel 6

Mijn vrienden kennen me. Ik probeer elke situatie, van de meest banale tot de meest ingrijpende, van bovenaf te bekijken of desnoods van onderuit om de absurde kanten ervan te ontdekken. Kwestie van er zelf niet door verzwolgen te worden, denk ik. Geen moeilijke oefening trouwens want geef toe: dit leven kan je toch onmogelijk au serieux nemen. Ik heb het over de totale willekeur die dit ondermaanse lijkt te bestieren. Ooit dacht ik dat wij als soort begiftigd waren met de bijzondere gave om kennis te vergaren en daaruit strategieën voor een beter leven te ontwikkelen. Een beter leven voor iedereen en ter in stand houding van de soort. Wij kunnen reflecteren over de wereld en over onszelf, over verleden, heden en toekomst. Dat zou toch moeten resulteren in iets wat lijkt op door rede gestuurd gedrag. Toch geen absurde gedachte? Toch wel. Ik kijk rondom me en ik zie.

Neen, ik heb het niet persé over dadaïstisch België, absurdistan regeert wereldwijd. Maar nu u het er toch over hebt. Vanochtend hoor ik dat Zaventem gisteren werd overspoeld door 10.000 reizigers. Mijn favoriete radio dreunt al heel de week elke ochtend ellenlange filelijsten op. Blijkbaar is iedereen weer content in zijn vertrouwde autootje, hehe,  met een muziekje gezellig urenlang aanschuiven. Eindelijk back to normal dus. Oef!

Dit allemaal terwijl we worden gewaarschuwd voor een mogelijke nieuwe uitbraak… terecht, én men ons tracht te brainwashen om het algemeen verplichten van mondmaskers acceptabel te maken. Hierbij tracht men de concrete situatie totaal irrelevant te maken. "Men", dat is niet de Veiligheidsraad of niet de GEES. Maar blijkbaar zijn er een aantal politici en zelfs enkele experten die niet in staat zijn om genuanceerd met maatregelen om te gaan. Het is alles of niets en nu wordt de druk om er alles van te maken met de dag groter. Ik zal het nog één keer zeggen: verplicht mondmaskers daar waar nodig. Mondmaskers zijn een zeer effectief preventiemiddel om zich en de anderen te beschermen in situaties waar men geen of moeilijk afstand kan houden, vooral in gesloten ruimtes. Warenhuizen en grote winkelketens bijvoorbeeld, daar zie ik toch soms meer volk naar binnen gaan dan redelijkerwijs gezond kan genoemd worden en ik hoor van mensen dat er veelal geen looprichting gerespecteerd wordt en klanten zomaar goederen betasten. Ik begrijp dat erg goed: je kan nu eenmaal geen controleur naast elke klant laten meelopen. Maar net daar een mondmasker verplichten zou al helpen. Afstand betekent anderhalve tot 2 armlengtes en gaat dan over langdurige contacten, niet over bijvoorbeeld iemand kruisen op straat op pakweg slechts 1 meter afstand. Dit zeg ik niet, dit zeggen de virologen. Ik hoorde er trouwens één zeggen dat het algemeen verplichten van mondmaskers in alle winkels niet zozeer gaat om de effectiviteit ervan in alle omstandigheden maar om het psychologisch klimaat: mensen er voortdurend aan herinneren dat ze moeten opletten, om ze alert te houden. Plak iedereen dan een gele ster op, dat werkt ook; mijn familie heeft daar ervaring mee.

Waarom ik me daar druk over maak? Omdat ik ook al mensen hoor die gechockeerd zijn dat zo weinig mensen mondmaskers dragen op straat. Dit is dus de volgende stap. En dat doet me terug denken aan de eerste jaren van de AIDS-epidemie. Toen was ik getuige van een heel ernstige discussie of je besmette mensen niet verplicht op het voorhoofd zou moeten tatoeëren met een waarschuwend teken. Ja, zo gek kan je mensen krijgen als je paniek zaait.

De weinige winkels waar ik kom (ja, slechts enkele, ik ben nu eenmaal geen shopper) hanteren tot nog toe een maximum van 2 klanten, de rest wacht buiten, voor de drempel van een open deur. Bijna niemand draagt daar een mondmasker, noch achter de toog, noch ervoor want er staat een plexi scherm, iedereen let op. Lijkt me redelijk veilig en dat wil ik voorlopig liefst zo blijven zien. Dát is respect tonen. Om alert te blijven heb je geen mondmasker nodig maar verstand. Het is het één of het ander.

Coherent beleid

Wel, nu komt het ander. De vriendin van mijn zoon is, na 4 maanden vast gezeten te hebben in Maleisië, eindelijk terug naar huis kunnen vliegen. Dit gebeurde dan wel middels een 18u lange vlucht in een overvol toestel… niks te social distancing. Daar is blijkbaar geen probleem mee. Ze heeft zich dan maar, samen met mijn zoon, vrijwillig in een veertiendaagse quarantaine gezet. Het wordt tijd dat we met zijn allen een iet of wat coherent beleid afdwingen. En dan voel ik het weer opkomen. Het is niet omdat ik alles met een ironische blik observeer dat ik hier niet kwaad om word. Willen de mensen die beleid voeren of invloed hebben op het beleid eindelijk eens duidelijk maken wat ze willen: verantwoordelijke mensen die in staat zijn zelfstandig na te denken en dan ook navenant handelen, of kuddedieren die naar willekeur kunnen gemanipuleerd worden – consumptievee, zeg maar.

Ik weet het: ik heb enkele maanden terug zelf begrip gevraagd voor het beleid ten aanzien van deze nooit geziene virale aanval. Niemand wist toen wat ons te wachten stond en iedereen deed naar best vermogen, goed beseffende dat fouten maken onvermijdelijk part of the game was. Ik vind het te gemakkelijk om mee te huilen met de wolven op Facebook of Twitter. Eerst beleidsmakers in erg moeilijke omstandigheden de kans geven om goed te doen. Maar nu hebben we toch wel een duidelijker beeld van hoe het virus zich gedraagt en wat onze eigen rol is in het verspreiden ervan. De op hol geslagen wereldwijde mobiliteit is met grote voorsprong de belangrijkste oorzaak. Dat overheden het weer op gang trekken van dat gevoyageer faciliteren en zelfs met belastinggeld ondersteunen is misdadig. En dat gaat zowel over personen als goederen. Echt waar: een andere economische orde is mogelijk!

Laat ik, voor ik onbeleefd begin te worden, afsluiten met een quote van een heel intelligent mens waarmee ik het verre van altijd eens ben. Hij zal hier net iets anders bedoeld hebben dan mijn interpretatie van dit citaat, maar toch...

Van de Cloot: “Inderdaad, relancebeleid moet verandering faciliteren – terwijl we nu vaak de status quo faciliteren. Niet veranderen is geen optie meer. We moeten geen middelen pompen in het uitstellen van de aanpassing naar het onvermijdelijke, hoe on-Belgisch dat ook is.”

 Komt uit het dubbelinterview Ive Marx en Ivan Van de Cloot in De Morgen van vandaag.