woensdag 29 april 2020

Corona Cronycken deel 2


Mijn mailbox wordt nog steeds en doorlopend bestookt met vernietigende commentaren op de manier waarop de overheid de huidige crisis beheert. Dat is ook wel te begrijpen. Wanneer mij zulke oprispingen tijdens burengesprekjes geventileerd worden lijken die me volledig logisch. Mensen krijgen vaak tegengestelde boodschappen of kunnen aangekondigde maatregelen niet meteen plaatsen in hun eigen ervaring en praktijk. Er is ook het snakken naar herstel van normaal. Telkens worden ze teleurgesteld in hun hoop op spoedige terugkeer daar naar toe. 

Natuurlijk dat alle frustratie daarover gericht wordt naar de actoren die geacht worden de zaak aan te pakken en ons te verlossen uit onze sociale isolatie, de voortdurende onzichtbare dreiging voor onszelf en onze geliefden en vooral uit onze knagende onzekerheid. In tijden dat hij geen vat meer heeft op zijn eigen leven verlangt de burger leiderschap en in eenzelfde gedachtegang gaat hij er dan maar van uit dat diegenen die aan het stuur zitten een feilloos parcours rijden; liefst in overeenstemming met hoe hij het zelf zouden aanpakken en in ieder geval kordaat, rechtlijnig, consistent zonder aarzelen. Dat onze verkozenen eigenlijk evenzeer in onzekerheid leven als wijzelf is blijkbaar moeilijk te bevatten en al zeker niet te aanvaarden. De complexiteit van de de beslissingen die moeten genomen worden, rekening houdend met de gevolgen voor de volksgezondheid (op zich al een onoverzichtelijk kluwen van erg verschillende risicogroepen, zorgverstrekkers en –instellingen), de economie en het onderwijs bij elke stap die gezet wordt; dit terwijl er nog altijd een zeer gebrekkige  kennis is van de vijand die ons belaagt. Zijn de genomen maatregelen de veiligste, meest efficiënte, best mogelijke? Wellicht niet, maar we kunnen dat niet weten, zoals de beleidsmakers dat ook niet kunnen weten. The proof of the pudding is in the eating. Het blijft voor een stuk natte vinger werk, niet uit onwil maar de kennis is, zoals gezegd, beperkt. We kunnen maar hopen dat ze altijd gehandeld hebben in eer en geweten. Voor de versoepelingen die nu aangekondigd worden geldt precies hetzelfde. Natuurlijk weet iedereen het beter, alleen weet iedereen het anders beter. Dat schiet niet op. Dat is zo bij de man/vrouw in de straat maar dat is ook zo bij de experten. Toch stel ook ik me vragen bij, om maar iets te noemen, Fase 2 van de exit laten ingaan op 11 mei terwijl alle experten erop hadden gedrukt dat ze 2 weken nodig hadden om fase 1 de volgende stap niet voor 18 mei kon gezet worden. En wat met de stemmen van de mensen op de werkvloer – onderwijs, woon-zorg, geestelijke gezondheidszorg – die de cockpit niet lijken te bereiken?

Speelt een (partij)-politieke, ideologische agenda mee, zoals her en der geroepen wordt? We kunnen dat niet helemaal uitsluiten maar door het aantal mensen dat mee aan tafel zit en elkaar op de vingers kijkt, lijkt het me aannemelijk dat de neiging de crisis te misbruiken om de eigen agenda door te drukken enigszins getemperd wordt. Als alles voorbij is zullen alle politieke beslissingen en hun gevolgen moeten geëvalueerd worden ter lering voor toekomstige situaties. Maar er zal ook gekeken worden wie wat waarom beslist heeft, niet zozeer om individuen op een beklaagdenbankje te zetten dan wel om opportunistische beleidsvoering politiek af te straffen. In de praktijk wordt dat een lastige oefening want tot nu toe houdt iedereen zich gedeisd op dat gebied. Het is vooral de onzichtbare hand van het dominante wereldbeeld over samenleving, arbeid, economie, welzijn dat alles mee stuurt. Wie ga je daarop aanspreken? 
Historische grove nalatigheden, daarentegen, zijn makkelijker aantoonbaar. Het vernietigen van de strategische stock mondmaskers zonder in vervanging te voorzien is anekdotisch maar staat voor de besparingstrend die jarenlang de gezondheidszorg heeft beheerst, vooral op kap van de personeelsomkadering. De fusioneringsdwang in naam van kostenefficiëntie is daar ook een uiting van met als gevolg onoverzichtelijke mastodontbedrijven waarbinnen personeel jaar na jaar onder grotere werkdruk moest functioneren en de zorgbehoevenden terechtkwamen in de aliënerende onpersoonlijke zorgfabriek. Eenzelfde verhalen vallen te rapen in andere “onproductieve” sectoren zoals onderwijs of gevangeniswezen. Ook hier gaan we echter geen schuldigen kunnen aanwijzen omdat alle partijen die de laatste decennia de dienst uitgemaakt hebben in diverse regeringen boter op hun hoofd hebben.  

Tezelfdertijd blijf ik ongerust over de wijze waarop wij met zijn allen richting “normaal” zullen geduwd worden. Eén van de centrale vragen is bijvoorbeeld hoeveel we nog willen opofferen om de zogenaamde vrije markt ter wille te zijn. En dat gaat over zowat alle aspecten van ons leven. Onze aandacht zal onder meer moeten uitgaan naar consumptie, mobiliteit, sociale zekerheid, gezondheid (ook geestelijke gezondheid), voeding en milieu. Complex alweer. Vooral: het gaat om belangen. Objectieve en subjectieve, individuele en universele of maatschappelijke, materiële en psychische, actuele versus lange termijn, mens tegenover andere soorten of natuur. Al die belangen moeten mee in de post corona onderhandelingen. Gaan we dat overlaten aan het beleid van ’t moment of gaan we dat op een universeler niveau aanpakken? Denk je dat die onderhandelingen er zomaar gaan komen? Natuurlijk niet. Dat is wel het laatste wat de heersende machten zullen toelaten. Dan hebben we het in de eerste plaats over de grote geopolitieke spelers: de grootmachten en de multinationals om het simpel te houden. Maar ook het mondiale marktdenken dat zich als heersende overkoepelende religie heeft vastgebetoneerd. De heilige groei. Hoe gaan we dat openbreken? Te complex dus al was het maar omdat diegenen die dat zouden willen, onderling totaal verdeeld zijn.

donderdag 23 april 2020

Corona Cronycken deel 1


Bedenksels vanuit de lock-down
 
Corona lock-down of Covid-19 maatregelen, het doet rare dingen met mensen. Natuurlijk, ons sociaal leven overhoop, ons werkritme totaal ontregeld of gewoon: stekker uit, virusfobie, consumptiehonger, vakantieplannen naar de vaantjes en mensen dichtbij of verderaf die effectief moeten vechten tegen deze verwoestende indringer. ‘t Is allemaal niet van aard om gelukkiger van te worden.
Zelf heb ik daar allemaal weinig last van. In normale tijden zit ik meestal thuis (van kleins af aan heb ik geleerd om mij braaf alleen in stilte bezig te houden). Enige verschil: mijn partner telewerkt nu een dagje meer dan voordien. Ik doe nog altijd dagelijks een wandelingetje in de stad, boodschapjes doen, fotootje maken maar, helaas, zonder koffietje onderweg. Dat laatste maak ik dan thuis wel goed. Gisteren vertelde ik een kennis in de wachtrij voor de slager hoe ik geniet van het herwonnen gevoel dat Gent van ons is. Heel de jaren ’70 en nog een stuk daarna was dat ook echt zo -we owned this city. En hoe heerlijk weinig volk er ook nog rondloopt in Gent, ik ontmoet meer bekenden dan ooit. Meteen interfereerde een derde geïrriteerd vanop anderhalve meter dat ze zot werd van de stilte: “Ik heb volk en drukte nodig,” Ik heb me snel uit de voeten gemaakt want daar kan ik niet tegen op.
Ik heb natuurlijk mooi praten. Voor mensen die nu alle zeilen moeten bijzetten om de boel waar mogelijk draaiende te houden – zorg en onderwijs in de eerste plaats – is het een heel ander verhaal. En voor diegenen die de zeilen noodgedwongen hebben moeten strijken, vooral zij die daarbij niet kunnen terugvallen op een vervangingsinkomen, beleven donkere tijden. Ik ben zelf niet zo’n groepsmens maar de talrijke initiatieven die ontstaan, ook op kleine schaal in mijn omgeving, om mensen een hart onder de riem te steken of om zij die het moeilijk hebben te helpen, zijn hartverwarmend. Een woord dat terecht populair is dezer dagen. 

Ik zit dat zo allemaal vanuit mijn ophokplicht gade te slaan. Ik lees de krant en volg de Radio1 corona-uitzendingen, soms wel een stukje Afspraak op TV 1 en ik maak me nog evenveel kwaad als in business-as-usual-tijden; met wel dit belangrijk verschil: mijn ergernis richt zich veel minder tot de beleidsmakers dan wel tegen zij die daar commentaar op geven. Dat is inderdaad eens wat anders. “Geef toe, wij leven toch in een apenland,” concludeerde een buurvrouw vanochtend, een beetje moedeloos van alles wat fout loopt de laatste tijd. Tja, eerlijk gezegd, ik vind dat we het in de gegeven omstandigheden niet zo slecht doen. En ik zie het in andere landen toch ook niet allemaal zo vlotjes opgelost worden.  Zo was er deze week die Instagramuitschuiver van een muzikant (sic, iedereen mag een mening hebben en deze uiten) die commentaar gaf op het conflict tussen Ben Weyts en de onderwijsvakbonden. Er was door de minister een ballonnetje opgelaten om de kinderen eventueel tot in de laatste week van juni nog wat gemiste leerstof bij te brengen. Het was een denkpiste die leerkrachten vanuit hun praktijk in overweging konden nemen. Omdat de muzikant in kwestie "B.V." voor zijn naam staan heeft werd het geval opgepikt door o.a. Het Nieuwsblad. Door ongelukkige formulering of te snel conclusies trekken werd de indruk gegeven dat net het leger onderwijsmensen, die in de frontlinie het beste van zichzelf geven, hun vakantierechten belangrijker vonden dan hun kinderen. Twee keer nadenken voor je iets opschrijft kan helpen, natuurlijk, maar daar is instatwitter niet voor gemaakt. Het overgrote deel van het leraarskorps heeft de laatste weken ruimschoots bewezen bereid te zijn om te doen wat nodig is voor hun leerlingen, ook als dit alweer uitzonderlijke inspanningen vergt. De vraag of die extra week les ook veel aarde aan de dijk zet, zullen zij zelf best kunnen inschatten. De hele controverse is dus terug te brengen tot de vakbonden die hier de kans gemist hebben om zich even terughoudend op stellen en de reactie op de werkvloer af te wachten. Het no passaran, waarmee ze furieus als een gebeten hond reageerden, helpt niet om de solidariteit te bevorderen waarmee we deze crisis allemaal samen proberen door te komen. Profileringsdrang is een kwalijke ziekte die nogal eens toeslaat bij relevantietwijfel. En wie ’t schoentje past trekke het nog altijd aan.

Ja, ik maak me dus wel eens boos wat niet wegneemt dat ik een positivo in hart en nieren ben en me bijgevolg zelden druk maak. Ik zei het al: ik bekijk dat allemaal zo vanop een afstandje vanachter een mijn zelfgebrouwen kopje Mokabon... van op de zijlijn, zeg maar.
Wat mij vooral bezig houdt is hoe nu al overal koortsachtig gemanoeuvreerd wordt om de miserie waar zovelen onder lijden te gelde te maken. In een aantal gevallen mag je dat letterlijk nemen, maar ik denk in eerste instantie aan the usual suspects uit het cynisch politiek-industrieel complex. Zij die koste wat kost deze opportuniteit om ons te bezinnen over hoe we met deze wereld en met elkaar omgaan en daar nieuwe, duurzamere en rechtvaardiger keuzes in te maken, de kop willen indrukken. Ook hier is het no passaran! Hakken stevig in de grond. Ze  beseffen heel goed dat deze tijden mensen dichter bij elkaar brengen en de oude stammentwisten uitvlakken. Het bijzondere, opbouwende publieke debat van de dag en de solidariteit die de gezamenlijke strijd doet opleven zijn een slechte voedingsbodem voor diegenen die garen spinnen uit onvrede, afgunst en broedertwist. 

Ach, public relations-gewijs en om de volkswoede te ontmijnen zullen er wel wat cosmetische gedoogzaamheden worden afgekondigd. Wat extra investeringen in openbaar vervoer hier en een fietsparking daar, misschien nog een stadsbosje bij en vooral ietwat meer zorg voor de zorgsector, als ze maar niet overdrijven. Maar fundamenteel? Een ander, duurzaam consumptiepatroon? Transitie? Het zal niet gebeuren. Wil je onze economie de genadeslag toebrengen misschien, ons terug katapulteren naar de middeleeuwen? Het is nu ’t moment om alles in te zetten op de relance, onze concurrentiepositie herwinnen en onze oceaandiepe crisisputten te delgen. Andere mobiliteit? Maar dan raak je aan de ruggengraat van onze economie: de auto- en brandstoffenindustrie. Vliegreizen rantsoeneren? Dan gaat ons nationaal luchtvaartsysteem inclusief SN Brussels en Brussels Airport naar de haaien en zijn wij geen speler meer op de wereldmarkt. Duurzame landbouw? Wereldvreemde bioboeren kunnen nooit iedereen voeden en al zeker niet de honger uit de wereld helpen. De argumenten tegen zullen dezelfde blijven, aangevuld met wat gemanipuleer van het psychologisch klimaat dat zich nu ontwikkelt. Wij moeten er ons bewust van zijn dat we nu echt in een wereldwijd sociologisch labo leven en dat die charels (nog altijd dezelfde) dat heel goed aan ’t bekijken zijn om te zien hoe ver ze met de bevolking kunnen gaan. Hoeveel zijn wij bereid te slikken in ruil voor wat meer zekerheid en een paar lekstokken. Trump, Johnson, Erdogan, Orbán lijken schertsfiguren uit een andere wereld, ver van de onze. Maar in een vingerknip kan het onze realiteit worden. Ze staan klaar en crisissen zoals we nu beleven, zijn opportuniteiten die de zaak kunnen doen kantelen in deze of gene richting. Ze staan klaar, we moeten meer dan ooit alert zijn.
En dan de bedrijven die het nu even zwaar te verduren krijgen, zij het dan onder de paraplu van publieke middelen (terecht!). Ik hoor Gwendolyn Rutten strijdvaardig benadrukken dat wij een land van KMO’s zijn die de sterkte van ons land verzekeren. De grote bedrijven overleven dit wel en weten dat ze straks nog eens langs de kassa passeren. Onder de kleintjes wordt het een bloedbad. Precies dat bloedbad is voor de grote spelers dan weer de opportuniteit om ook dat deel van de markt in te pikken. Je zult het zien: schaalvergroting, groei is nu eenmaal de logica van het kapitalistisch systeem. Als mevrouw Rutten het meent dat haar partij die van de kleine en middelgrote ondernemingen is, dat ze daar maar eens tegenin gaat. Benieuwd.