donderdag 23 april 2020

Corona Cronycken deel 1


Bedenksels vanuit de lock-down
 
Corona lock-down of Covid-19 maatregelen, het doet rare dingen met mensen. Natuurlijk, ons sociaal leven overhoop, ons werkritme totaal ontregeld of gewoon: stekker uit, virusfobie, consumptiehonger, vakantieplannen naar de vaantjes en mensen dichtbij of verderaf die effectief moeten vechten tegen deze verwoestende indringer. ‘t Is allemaal niet van aard om gelukkiger van te worden.
Zelf heb ik daar allemaal weinig last van. In normale tijden zit ik meestal thuis (van kleins af aan heb ik geleerd om mij braaf alleen in stilte bezig te houden). Enige verschil: mijn partner telewerkt nu een dagje meer dan voordien. Ik doe nog altijd dagelijks een wandelingetje in de stad, boodschapjes doen, fotootje maken maar, helaas, zonder koffietje onderweg. Dat laatste maak ik dan thuis wel goed. Gisteren vertelde ik een kennis in de wachtrij voor de slager hoe ik geniet van het herwonnen gevoel dat Gent van ons is. Heel de jaren ’70 en nog een stuk daarna was dat ook echt zo -we owned this city. En hoe heerlijk weinig volk er ook nog rondloopt in Gent, ik ontmoet meer bekenden dan ooit. Meteen interfereerde een derde geïrriteerd vanop anderhalve meter dat ze zot werd van de stilte: “Ik heb volk en drukte nodig,” Ik heb me snel uit de voeten gemaakt want daar kan ik niet tegen op.
Ik heb natuurlijk mooi praten. Voor mensen die nu alle zeilen moeten bijzetten om de boel waar mogelijk draaiende te houden – zorg en onderwijs in de eerste plaats – is het een heel ander verhaal. En voor diegenen die de zeilen noodgedwongen hebben moeten strijken, vooral zij die daarbij niet kunnen terugvallen op een vervangingsinkomen, beleven donkere tijden. Ik ben zelf niet zo’n groepsmens maar de talrijke initiatieven die ontstaan, ook op kleine schaal in mijn omgeving, om mensen een hart onder de riem te steken of om zij die het moeilijk hebben te helpen, zijn hartverwarmend. Een woord dat terecht populair is dezer dagen. 

Ik zit dat zo allemaal vanuit mijn ophokplicht gade te slaan. Ik lees de krant en volg de Radio1 corona-uitzendingen, soms wel een stukje Afspraak op TV 1 en ik maak me nog evenveel kwaad als in business-as-usual-tijden; met wel dit belangrijk verschil: mijn ergernis richt zich veel minder tot de beleidsmakers dan wel tegen zij die daar commentaar op geven. Dat is inderdaad eens wat anders. “Geef toe, wij leven toch in een apenland,” concludeerde een buurvrouw vanochtend, een beetje moedeloos van alles wat fout loopt de laatste tijd. Tja, eerlijk gezegd, ik vind dat we het in de gegeven omstandigheden niet zo slecht doen. En ik zie het in andere landen toch ook niet allemaal zo vlotjes opgelost worden.  Zo was er deze week die Instagramuitschuiver van een muzikant (sic, iedereen mag een mening hebben en deze uiten) die commentaar gaf op het conflict tussen Ben Weyts en de onderwijsvakbonden. Er was door de minister een ballonnetje opgelaten om de kinderen eventueel tot in de laatste week van juni nog wat gemiste leerstof bij te brengen. Het was een denkpiste die leerkrachten vanuit hun praktijk in overweging konden nemen. Omdat de muzikant in kwestie "B.V." voor zijn naam staan heeft werd het geval opgepikt door o.a. Het Nieuwsblad. Door ongelukkige formulering of te snel conclusies trekken werd de indruk gegeven dat net het leger onderwijsmensen, die in de frontlinie het beste van zichzelf geven, hun vakantierechten belangrijker vonden dan hun kinderen. Twee keer nadenken voor je iets opschrijft kan helpen, natuurlijk, maar daar is instatwitter niet voor gemaakt. Het overgrote deel van het leraarskorps heeft de laatste weken ruimschoots bewezen bereid te zijn om te doen wat nodig is voor hun leerlingen, ook als dit alweer uitzonderlijke inspanningen vergt. De vraag of die extra week les ook veel aarde aan de dijk zet, zullen zij zelf best kunnen inschatten. De hele controverse is dus terug te brengen tot de vakbonden die hier de kans gemist hebben om zich even terughoudend op stellen en de reactie op de werkvloer af te wachten. Het no passaran, waarmee ze furieus als een gebeten hond reageerden, helpt niet om de solidariteit te bevorderen waarmee we deze crisis allemaal samen proberen door te komen. Profileringsdrang is een kwalijke ziekte die nogal eens toeslaat bij relevantietwijfel. En wie ’t schoentje past trekke het nog altijd aan.

Ja, ik maak me dus wel eens boos wat niet wegneemt dat ik een positivo in hart en nieren ben en me bijgevolg zelden druk maak. Ik zei het al: ik bekijk dat allemaal zo vanop een afstandje vanachter een mijn zelfgebrouwen kopje Mokabon... van op de zijlijn, zeg maar.
Wat mij vooral bezig houdt is hoe nu al overal koortsachtig gemanoeuvreerd wordt om de miserie waar zovelen onder lijden te gelde te maken. In een aantal gevallen mag je dat letterlijk nemen, maar ik denk in eerste instantie aan the usual suspects uit het cynisch politiek-industrieel complex. Zij die koste wat kost deze opportuniteit om ons te bezinnen over hoe we met deze wereld en met elkaar omgaan en daar nieuwe, duurzamere en rechtvaardiger keuzes in te maken, de kop willen indrukken. Ook hier is het no passaran! Hakken stevig in de grond. Ze  beseffen heel goed dat deze tijden mensen dichter bij elkaar brengen en de oude stammentwisten uitvlakken. Het bijzondere, opbouwende publieke debat van de dag en de solidariteit die de gezamenlijke strijd doet opleven zijn een slechte voedingsbodem voor diegenen die garen spinnen uit onvrede, afgunst en broedertwist. 

Ach, public relations-gewijs en om de volkswoede te ontmijnen zullen er wel wat cosmetische gedoogzaamheden worden afgekondigd. Wat extra investeringen in openbaar vervoer hier en een fietsparking daar, misschien nog een stadsbosje bij en vooral ietwat meer zorg voor de zorgsector, als ze maar niet overdrijven. Maar fundamenteel? Een ander, duurzaam consumptiepatroon? Transitie? Het zal niet gebeuren. Wil je onze economie de genadeslag toebrengen misschien, ons terug katapulteren naar de middeleeuwen? Het is nu ’t moment om alles in te zetten op de relance, onze concurrentiepositie herwinnen en onze oceaandiepe crisisputten te delgen. Andere mobiliteit? Maar dan raak je aan de ruggengraat van onze economie: de auto- en brandstoffenindustrie. Vliegreizen rantsoeneren? Dan gaat ons nationaal luchtvaartsysteem inclusief SN Brussels en Brussels Airport naar de haaien en zijn wij geen speler meer op de wereldmarkt. Duurzame landbouw? Wereldvreemde bioboeren kunnen nooit iedereen voeden en al zeker niet de honger uit de wereld helpen. De argumenten tegen zullen dezelfde blijven, aangevuld met wat gemanipuleer van het psychologisch klimaat dat zich nu ontwikkelt. Wij moeten er ons bewust van zijn dat we nu echt in een wereldwijd sociologisch labo leven en dat die charels (nog altijd dezelfde) dat heel goed aan ’t bekijken zijn om te zien hoe ver ze met de bevolking kunnen gaan. Hoeveel zijn wij bereid te slikken in ruil voor wat meer zekerheid en een paar lekstokken. Trump, Johnson, Erdogan, Orbán lijken schertsfiguren uit een andere wereld, ver van de onze. Maar in een vingerknip kan het onze realiteit worden. Ze staan klaar en crisissen zoals we nu beleven, zijn opportuniteiten die de zaak kunnen doen kantelen in deze of gene richting. Ze staan klaar, we moeten meer dan ooit alert zijn.
En dan de bedrijven die het nu even zwaar te verduren krijgen, zij het dan onder de paraplu van publieke middelen (terecht!). Ik hoor Gwendolyn Rutten strijdvaardig benadrukken dat wij een land van KMO’s zijn die de sterkte van ons land verzekeren. De grote bedrijven overleven dit wel en weten dat ze straks nog eens langs de kassa passeren. Onder de kleintjes wordt het een bloedbad. Precies dat bloedbad is voor de grote spelers dan weer de opportuniteit om ook dat deel van de markt in te pikken. Je zult het zien: schaalvergroting, groei is nu eenmaal de logica van het kapitalistisch systeem. Als mevrouw Rutten het meent dat haar partij die van de kleine en middelgrote ondernemingen is, dat ze daar maar eens tegenin gaat. Benieuwd.

Geen opmerkingen: