woensdag 27 april 2016

Fietsers en voetgangers: een symbiotisch koppel

Nog zo'n absurd wij/zij-conflict. #Fietsers vinden dat voetgangers onoplettend en onverwacht voor hun wielen komen lopen.  #Voetgangers zien zichzelf als zwakke weggebruiker tegenover de fietsers en vinden dat fietsers een gevaar vormen voor voetgangers. In dit filmpje wordt alvast een lans gebroken voor een natuurlijke mix. Echte gebruikers van de openbare ruimte weten dat voetgangers en fietsers daar samen in thuis horen, ongeacht de drukte van 't moment. Wij/zij denken heeft hier absoluut geen plaats. Je zou het verdraagzaamheid kunnen noemen. Maar het is vooral een kwestie van  weten hoe zich te gedragen, respect tonen voor de ander.
Natuurlijk zal er zich wel eens een aanvaring voordoen, dat is onvermijdelijk waar mensen eenzelfde ruimte delen. Dat geldt zowel voor de voetganger die verstrooid uit een winkel stapt en tegen een wandelaar aan botst als voor 2 fietsers die heel even de verkeerde kant uitkijken. Onoplettendheid is des mensen. Alleen blijkt dit zich veel minder voor te doen in overbevolkte straten want daar is iedereen alert. Voetgangers en fietsers vormen een symbiotisch koppel, overal. Ergo: fietsers uit winkelwandelstraten weren op de drukste momenten van de dag is een zinloze maatregel.

Segregatie versus samenleven

Een radicale stelling?  Haha. Het kan veel extremer. Eens je nadenkt over concrete gevallen, hoe mensen de publieke ruimte gebruiken en delen. Luttele hersencellen volstaan om in elke situatie de correcte houding aan te nemen. Het vergt wel soms het zich kunnen inleven in de andere gebruiker van "jouw" openbare ruimte want het is ook de zijne. Over hoe zich te gedragen in winkelstraten hadden we het hierboven al. Maar wat met fietspaden, denk maar aan de coupure? Die worden bij momenten evenveel gebruikt door voetgangers als door fietsers. Tja, da's niet altijd handig voor de fietsers. Wel ik heb er als fietser geen enkel probleem mee om "mijn" fietspad te delen met een wandelaar, zolang deze mijn bewegingsvrijheid niet in het gedrang brengt. Niet ik moet opzij gaan voor hem of mijn snelheid aanpassen aan zijn aanwezigheid maar omgekeerd. Dus hij moet opletten dat hij geen fietser hindert. Als we op die manier afspreken is een fietspad perfect multifunctioneel. Als we die logica in één richting aannemen, dan moet het natuurlijk ook wel gelden in de andere richting: de voetpaden, wat doen we daarmee? Wel, idem dito maar omgekeerd. Het voetpad is er voor de voetgangers maar ik heb er geen enkel probleem mee dat, wanneer ik mijn fiets thuis laat en door het prinsenhof wandel, ik "mijn" voetpad wel eens deel met een fietser die de verzakte kasseien probeert te vermijden. Zolang diezelfde fietser voorzichtig langs mij heen rijdt of, waar het te smal is, eventjes van het voetpad af gaat, want het is inderdaad "mijn" voetpad waarop ik voorrang heb. Zo doe ik het ook altijd. In zulke kwesties principeregels hanteren is nefast voor het samenleven. Het gaat om praktisch omgaan met onze publieke ruimte en daarbij staat wederzijds respect altijd voorop.

Principes versus intelligentie

Tot slot een klein verhaaltje dat ik al veel verteld heb om te illustreren. Bij het heraanleggen van  straten of bij andere werken wordt wel eens een voetgangersdoorgang georganiseerd bij middel van een bruggetje, wat planken of een afsluiting. Veelal rij ik daar gewoon over heen, altijd goed oplettend dat ik geen voetganger stoor. Ik heb daarbij nooit enig probleem ondervonden, behalve die paar keer dat een geschoeide tegenligger zich gestoord voelde in zijn principiële integriteit (u mag zich daar zelf iets bij voorstellen). Het is me 3 of 4 keer overkomen dat zo iemand op zijn strepen stond door wijdbeens midden de smalle doorgang te gaan staan en me tot afstappen te dwingen. Telkens ging ik dan met  een brede glimlach gedwee van mijn fiets af waardoor ik natuurlijk 2 maal zoveel ruimte nodig had en elkaar kruisen enkel kon door letterlijk tegen elkaar te schuren. Of die mensen achteraf hebben nagedacht over hun principiële houding weet ik natuurlijk niet maar het belangrijke is dat ik me niet heb laten verleiden tot ostentatieve misnoegdheid. Hoffelijkheid, nietwaar ? Waarmee ik uiteraard niemand wil aanzetten tot het overtreden van verkeersregels.

Geen opmerkingen: