Attac is zo’n 5 jaar terug in
Frankrijk ontstaan ten tijde van de grote werklozenmanifestaties. Wij weten hoe
dat de laatste decennia gaat met sociale onrust: als die ál te zichtbaar en dus
politiek gevoelig wordt, worden er snel enkele sussende maatregelen getroffen
om de zaak te bekoelen, eventueel gekoppeld aan een P.R.-stunt met het oog op
de volgende verkiezingen. Fundamenteel verandert er echter weinig: de armsten,
de uitgeslotenen blijven in hun miserie zitten. Aan de oorzaken van armoede en
uitsluiting wordt niet geraakt.
Onze politici steken hulpeloos de armen in de hoogte: “”Wij kunnen en mogen daar niets aan doen en daarenboven: onze arbeidskosten zijn nu al hoger dan in de ons omringende landen. Wij zijn niet concurrentieel genoeg.” Voor een deel hebben ze nog gelijk ook. Het Internationaal Muntfonds (IMF) legt strenge begrotingsregels op. De Wereldhandelsorganisatie (WHO) verbiedt beschermingsmaatregelen die kunnen geïnterpreteerd worden als concurrentievervalsing. Via honderden, duizenden verdragen, reglementen, wetten legt de virtuele wereldregering van de vrije markt –verheven boven alle democratische structuren– zijn wil op aan de naties van de wereld.
De grote werklozenbeweging was dus gedoemd om met een sisser af te lopen en een dynamische massa terug te storten in ontgoocheling, verbittering, apathie.
In dezelfde periode kenden we ook het debacle van de Aziatische markten. Het Barings Bank-schandaal en de ineenstorting van de Zuid-Oostaziatische economie doorprikte de goednieuwsshow van de vrije markt. De spectaculaire opgang van de “Aziatische tijgers”, die het universele weldadige karakter van het kapitalistisch systeem en het “einde van de geschiedenis” moest bewijzen, werd in één haal neergemaaid en stortte miljoenen Indonesiërs in de economische afgrond. Het kan geen toeval zijn dat Al Qaeda er vandaag vruchtbare grond vindt. Het maakte plots, voor het oog van de wereld, de relatie tussen de casinospeculatie op de financiële markten en het lot van miljoenen duidelijk. Het verband met de stijgende werkloosheid in onze eigen contreien was gauw gelegd. Men zag dat de oorzaken dezelfde waren, nl.: de speculatie die de winstverwachtingen van investeerders de hoogte injaagt; deze laatsten gaan ongeremder dan ooit aandringen op het drukken van de productiekosten en dan vooral de arbeidskosten. Onze arbeidskracht wordt dus in een wereldwijde concurrentieslag geworpen. De gevolgen kennen we: rationalisering, delocalisering…
Dit soort analyses maakte de redactie van Le Monde Diplomatique al jaren op een schitterende wijze, maar nu was de tijd rijp om al die verhalen te bundelen en om te zetten in een langetermijnactie tegen het casinokapitalisme. Dat was de oproep die de hoofdredacteur van de krant, Ignacio Ramonet, toen lanceerde en waaruit ATTAC ontstond. De naam werd niet alleen omwille van de welluidendheid en strijdbare connotatie gekozen, hij staat ook voor de eerste concrete actie waarrond werd gemobiliseerd: de Tobintaks als eerste aanval op de speculatiemarkt; een poging om “de markten te ontwapenen”.
Wie geïnteresseerd is in het volledig programma van ATTAC vindt brochures en folders aan een Attacstand of kan teksten afhalen op de website. Hier is het belangrijk om te wijzen op het uitgangspunt van Attac, nl.: zoeken naar datgene wat ons bindt en die band in de actie tastbaar maken. Met “ons” bedoel ik:
- alle volkeren die door de neoliberale “Wild West”-economie in miserie en armoede gedumpt worden; alle NGO’s die actief zijn op het gebied van Noord-Zuidverhoudingen en milieu;
- alle sociale bewegingen, ook de kleinste lokale verenigingen die het opnemen voor de zwaksten in eigen buurt;
- alle vakbonden die doorheen heel de geschiedenis van het industriële kapitalisme de strijd voor arbeidersrechten hebben geleid maar sinds enkele decennia zijn teruggedrongen in een meer defensieve positie;
- de vredesbeweging;
- alle individuen die in hun dagelijks leven te lijden hebben van sociale onzekerheid, uitsluiting dor afbraak van sociaal weefsel, toenemende voedselonveiligheid en andere gezondheidsrisico’s die samenhangen met Wetenschappelijk-Industrieel-Technologisch complex dat niet te dienste staat van mensen maar van winsten.
Wij moeten allemaal onze krachten bundelen om terug greep te krijgen op deze wereld in plaats van ieder op ons eigen eilandje –misschien nuttig maar zeker impotent– links en rechts pogen de ergste schade te herstellen. Daarom gaat Attac op zoek naar partners.
In het onvolledige rijtje dat ik zonet opsomde ontbraken oa de boeren. Zij zijn het nochtans die het langst de slachtingen van de kapitalistische economie aan den lijve ondervinden, zoals uit de bijdrage van Koen Dhoore zal blijken. De vruchten van hun arbeid hebben altijd een centrale rol gespeeld in ontstaan en ontwikkeling van de globale economie. Die vruchten zijn vandaag de munitie waarmee vandaag de grote handelsoorlogen worden uitgevochten. Het zijn de overschotten die onze boeren moéten produceren, die gedumpt worden op de wereldmarkten in Oost en Zuid en daarmee de lokale boeren ginder de nek omwringen.
Het zijn de kennis en de innovaties van diezelfde boeren die aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan en de spectaculaire ontwikkeling van de (agro-)chemische industrie. Diezelfde chemische industrie, die hen vandaag zo genadeloos berooft, controleert vandaag grote delen van de landbouwproductie omdat ze de zaadveredeling van de boeren heeft afgepakt en gepatenteerd, omdat ze hun bemestingstechnieken heeft gekopieerd, “verbeterd” en… gepatenteerd, omdat ze grote delen van de verwerking van hun producten controleert.
Maar ook in de strijd om een leefbaar milieu kan de wereld niet zonder de boeren. Zij zijn sinds mensenheugenis de hoeders van de natuur. Wanneer de landbouw optreedt als verarmer en vernietiger van de natuur, dan is dat door toedoen van de agro-industrie. Als de boer zijn land en de omgeving vergiftigt, dan is dat enkel omdat hij daartoe gedwongen wordt door de filiaire van veevoederbedrijven, zaadproducenten, de agro-chemie, de banken, de Boerenbond, de verwerkers en distributeurs. Wie in de Raden van Beheer en de lijsten met grote aandeelhouders van al die spelers gaat kijken, komt steeds dezelfde gezichten tegen.
Van in het begin heeft Attac het belang van de boerenstrijd ingezien en al snel zijn in Frankrijk samenwerkingsverbanden opgezet met de militante boerenvakbond Confédération Paysanne. Deze onafhankelijke vakbond heeft middels haar spectaculaire acties tegen McDonalds en tegen de GGO-velden een grote rol gespeeld in de internationale sensibilisering voor de globale landbouwproblematiek. Zij drukte, mede dank zij haar mediagenieke woordvoerder, José Bové, haar stempel op het verloop en mislukken van de Seattle Conferentie van 1999. Vandaag is de voorman lid van de stichtende ledenraad van Attac.
Ook Attac Vlaanderen wil op zoek gaan naar haar aanknopingspunten met de boerenstrijd. Als het over strijd gaat, is het VAC onze natuurlijke partner. Zij behartigen al jaren de belangen van onafhankelijke boeren. Ze helpen bij de dagelijkse beslommeringen –hen op weg zetten met de boekhouding, sociale zekerheid, belastingsaangiftes, enz.– en staan hen bij tegen de aanvallen van de agro-industrie. Onafhankelijke boeren moeten hun onafhankelijkheid kunnen behouden, geketende boeren moeten zich van die ketens ontdoen, dat is waarvoor VAC werkt. Die strijd is essentieel willen wij de doldraaiende economie die meer slachtoffers maakt dan welke oorlog ooit gedaan heeft, terug onder controle brengen van democratische structuren.
Als wij terug vat willen krijgen op ons eigen leven, op de kwaliteit van onze voeding, op drinkwater, op gezonde lucht, op een leefbaar milieu, als wij onze kinderen en kleinkinderen kansen willen bieden op een leven dat het leven waard is, dan zullen we de handen in elkaar moeten slaan. Dan zullen we moeten op zoek gaan naar datgene wat ons bindt. En eigenlijk is dat niet moeilijk. Wie we ook zijn –bandwerker in de fabriek, boer op het land, paperassenvuller op kantoor of wetenschapper in het labo, of wij nu gebruiksgoederen, voeding of ideeën voortbrengen, wij zijn allen producenten. Waar we ook leven –in het rijke Noorden, in het arme Zuiden, in de stad of op het land– wij zijn allen consumenten. In elk van deze hoedanigheden zijn wij gelijken en nog belangrijker: hebben wij macht! Als de producent niet meer produceert stopt de economische machine en dan is er voor de speculanten niets meer om op te parasiteren. Als de consument niet meer koopt, stort de markt –vrij of niet– in elkaar. Als wij ons organiseren als producenten, en dit is de taak van de vakbonden, kunnen we terug een tegenmacht opbouwen. Maar dat kan alleen als we ons tegelijk en in solidariteit ook organiseren als consument. Deze nieuwe organisatievormen en samenwerkingsverbanden zijn nog jong en zullen dus slechts geleidelijk aan resultaten opleveren, maar ondertussen kunnen en moeten we als consument ook nu al nadenken over datgene wat we kopen of verbruiken en nieuwe keuzes maken. Wij hoeven onze kinderen niet in gevaar te brengen met minderwaardige producten uit de voedingsindustrie, overal duiken initiatieven op die ons rechtstreeks toegang verschaffen tot échte voeding van echte boeren en eerlijke verwerkers. Welk vertekend beeld we door de media ook hebben over de boeren: we zullen terug moeten beseffen dat de boer en zijn voortbrengst een onmisbaar fundament is van het goede leven dat wij allemaal voor onszelf en voor onze kinderen nastreven. Het is met de boer dat we hand in hand zullen moeten strijden!
Patrick Cohen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten