woensdag 13 januari 2021

Coronavaccins: volksgezondheid contra big profit?

 

Zoals bij velen is een portie ergernis bij het lezen van mijn krant en het volgen van nieuwsmedia ook mijn dagelijks deel. Ik hou me doorgaans in om daar lucht aan te geven omdat zuur doen over alle zurigheid, waarmee we overspoeld worden, niet meteen leidt tot meer begrip, redelijker gedrag of intelligentere klap. Wie zich grondig informeert alvorens meningen te ventileren zal dat wel blijven doen en wie enkel in staat is om vanuit de buik te "denken" en de luidste roepers van de dag na te praten zal dat ook blijven doen. Sociale media gaan daar niet veel aan veranderen, wel integendeel.

Vandaag is er toch een kleinigheid waar ik wil op wijzen. Het behelst de controverse over de farma-industrie. Meer bepaald de verontwaardiging over vertraging in de levering van vaccins die werd aangekondigd en de bewering als zou big pharma winst belangrijker vinden dan volksgezondheid.

 

Het eerste misverstand komt voort uit onbegrip over productieprocessen. Het woord zegt het zelf: "Big Pharma" is big production. Er wordt een zeer ingewikkelde productielijn in gereedheid gebracht voor een bepaalde capaciteit. Die omvang is op dat ogenblik (we zitten nog in testfase) wellicht ingegeven vanuit een evenwicht tussen investeringen versus kans op eindsucces bij testen van het vaccin en de daarop volgende goedkeuring door de Europese Geneesmiddelenautoriteit (EMA), het Britse MHRA, de Amerikaanse FDA, enz. Wanneer het vaccin uiteindelijk kan worden gedistribueerd en de vraag enorm groot blijkt te zijn, wordt er beslist om op te schalen naar (in het geval van Pfizer) zowat het dubbele aantal dosissen. Zoiets is geen kwestie van even aan de volumeknop draaien. Alle fases van de productie dienen opgeschaald te worden, alsook de toevoer van grondstoffen en dit alles opnieuw op mekaar afgesteld. Dat de productielijn daarvoor moet onderbroken worden lijkt me niet onbegrijpelijk. Natuurlijk heb ik geen inzage in de interne keuken van die bedrijven maar dat hebben al die roodaanlopende verontwaardigde schreeuwers ook niet.

Zorgelijker en perverser is het wanneer een farmabedrijf zou beslissen om een deel van de voorraad te herbestemmen naar een hogere bieder. Mocht dit het geval zijn, wat nu geïnsinueerd wordt maar lang niet hard gemaakt, dan heeft het weer te maken met...

 

Het tweede misverstand. Dit is nu een discussie die ik al 40 jaar voer, vooral binnen weldenkende progressieve en politiek correcte middens. Men lijkt er van uit te gaan dat het de taak van bedrijven is om te zorgen voor het welzijn van hun arbeiders en van burgers in 't algemeen, dat ze verantwoordelijk zijn voor het niet verstoren van ecologisch evenwicht, dat die verantwoordelijkheid ook reikt tot het niet bezoedelen van onze lucht en geen chemische troep in onze waterlopen te lozen, dat ze dus de gezondheid van onze planeet niet in gevaar brengen. Kortom men gaat er van uit dat bedrijven zich ethisch dienen te gedragen. De denkfout is: een bedrijf kent geen morele categorieën, heeft geen geweten net zoals uw broodrooster dat ook niet heeft. Een bedrijf heeft als doel winst op te leveren voor de eigenaar en productie is het middel daartoe. De ondernemer is natuurlijk wel moreel aanspreekbaar en kan dus ter verantwoording geroepen worden. "Irrelevante nuance," denkt u maar ik zet graag puntjes op de "i": het zijn de mensen achter de bedrijven die beslissingen nemen en dat is belangrijk om te begrijpen waar het probleem zit.

 

Een onderneming die geleid wordt door één persoon is een simpel gegeven: de eigenaar kan, sociaal bewogen en milieubewust, er alles aan doen om zijn medewerkers billijk te vergoeden en alles in het werk te stellen om een op alle gebied eerlijk en proper product af te leveren. Als we pech hebben neemt die ondernemer het niet zo nauw met morele normen. Ik ben in dit opzicht niet naïef. Er lopen nogal wat gewetenloze schurken rond die zich "entrepreneur" of “businessman” noemen maar ik ga ervan uit dat de overgrote meerderheid van mensen die een zaak opzetten dat doen vanuit zeer eerbare beweegredenen, zelfs vanuit een passie voor hun product. Die goede bedoelingen staan echter steeds onder druk: in een openmarktsysteem is concurrentie een onverbiddelijke regulator. Dat geldt natuurlijk op gebied van prijszetting maar daar hangt automatisch ook productiekost aan vast en dus kwaliteit, arbeidsomstandigheden, enz.

In het geval van verschillende eigenaars maakt bedrijfsethiek voorwerp uit van onderhandeling tussen die eigenaars wat niet altijd garant staat voor een ethisch gezonder beleid. Dit is niet enkel het gevolg van inhaligheid van die eigenaars. Een ondernemer of CEO van een bedrijf dat met veel arbeiders en bedienden werkt is ook verantwoordelijk voor het welzijn van zijn medewerkers en hun gezinnen; enerzijds ingegeven uit menselijke overwegingen, anderzijds omdat personeel dat niet verzorgd wordt wellicht geneigd is om weg te lopen. De strategische keuzes die op de markt en in het productieproces gemaakt worden hebben daar rechtstreeks impact op.

Nog een stapje ingewikkelder wordt het wanneer een bedrijf beursgenoteerd is en dus in handen van heel veel anonieme aandeelhouders, zonder echte band met het bedrijf, voor wie rendement het enige criterium is. Voor ethiek lijkt nog weinig ruimte.

Gelukkig heeft de markt ook een positief effect. Ethische bedrijfsvoering kan ook verkoopsargument zijn in een deel van de markt. De gevoeligheid bij de consument heeft hierdoor bijvoorbeeld aanleiding gegeven tot het ontstaan van fair trade producten. Daarnaast hebben veel bedrijfsleiders al in een vroege industrialiseringsfase beseft dat tevreden werknemers een groter engagement hebben tegenover hun bedrijf, wat zowel de kwaliteit als de continuïteit van de productie ten goede komt. Het is dus niet al kommer en kwel maar wel een zeer complex tableau waar we toch even mogen bij stil staan alvorens met simplistische conclusies naar de sociale media te trekken.

Terug naar de coronavaccins, of beter naar de farmaceutische industrie. Het bijzondere aan die industrietak is het groot maatschappelijk belang ervan en de verwevenheid met het publiek wetenschappelijk onderzoek. Dat laatste is problematisch op verschillende niveaus. Veel onderzoek gebeurt initieel in universiteiten. Bij ons betekent dit dus volledig publiek gefinancierd onderzoek en ontwikkeling. De ontwikkeling van een geneesmiddel is veelal ook het resultaat van een samenwerking tussen een universiteit en een privaat bedrijf. Daarnaast worden bepaalde onderzoeken in privébedrijven ook wel gesubsidieerd door overheden. Bepaalde geneesmiddelen kunnen ook schatplichtig zijn aan eerder onderzoek waarop nog intellectueel eigendomsrechten rusten. En het gebeurt ook dat een farmabedrijf een universitair onderzoekslabo helpt. Dit alles zorgt voor een erg complex en problematisch patentlandschap.

De intellectuele eigendomswetgeving, die nationale materie is maar waarover ook internationale akkoorden gelden, is er in de eerste plaats om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling wettelijk te beschermen. Het verleent de patenthouder echter gedurende een bepaalde periode het alleenrecht op productie en verkoop van zijn (in dit geval) geneesmiddel, wat neerkomt op een monopolie-, dus machtspositie. Bij grote of dringende vraag naar dit middel kan dit leiden tot een zekere willekeur op het gebied van prijszetting en bevoorrading. Los van het gegeven of een firma inderdaad misbruik maakt van zijn positie ten koste van het algemeen belang of niet, is dit een ongezonde situatie die ook in het gunstige geval van integer gedrag toch altijd met argwaan zal bekeken worden. En in de praktijk hebben we al talloze keren gezien dat die argwaan ook gewettigd blijkt.

Hoe ontkomen we aan deze tina-patstelling, een gang van zaken die niet vermijdbaar is? There is no alternative is de roep van ons neoliberaal bestel maar gaat uit van een duidelijk ideologische stellingname: tegen regulering, voor volledige suprematie van de markt. Eens buiten dit kader zijn er natuurlijk tal van mogelijkheden om tegen de dwingelandij van de marktjungle en de moordende concurrentiestrijd op kosten van de gemeenschap in te gaan. In een notendop en heel ver vooruit kijkend: in het geval van bescherming van intellectuele eigendom is het bijvoorbeeld best denkbaar dat patenten niet in handen komen van private eigenaars maar van een internationaal patentagentschap. Dat agentschap kan dan licenties aan bedrijven verlenen. Licenties worden toegekend onder strikte voorwaarden en telkens voor een beperkte periode. Op die manier kan de opbrengst van de licenties op billijke wijze verdeeld worden tussen de ontwikkelaars van een product zodat de stimulus voor innoverend onderzoek blijft bestaan en zelfs extra gewicht kan krijgen. 

Uiteraard is een dergelijk omvattend systeem een hele klus om op te zetten. Dat moet eerst en vooral politiek gedragen worden. Het juridisch kader zal voldoende garanties voor de bedrijven moeten bieden, rekening houdend met hun aandeel in de ontwikkeling die uiteraard moet vergoed worden. Voor productie en commercialisering moet ook een duidelijke procedure gelden die licentieaanvragen reglementeert, een transparante en eerlijke beoordelingswijze vastlegt alsook de geldende termijn van de licentie. Welke geneesmiddelen geproduceerd worden moet niet bepaald worden op basis van hun commerciële "levensvatbaarheid" maar doordat ze het algemeen belang en de volksgezondheid dienen. Welke instanties daar uiteindelijk over beslissen (een orgaan onder de koepel van de Wereld Gezondheidsorganisatie?) moet ook bepaald worden. Het is dus duidelijk dat proberen nu even snel met een nieuwe mondiale patentregeling voor de pinnen komen om de huidige pandemie te lijf te gaan geen goed idee is en onmogelijk. Dit is werk van vele jaren. Maar de pandemie heeft misschien meer geesten klaar gemaakt om hierover na te denken. De urgentie hiervoor is in ieder geval duidelijk.

Ik ben een absolute leek wat deze materie betreft en dus is het makkelijk om dit idee als totaal onrealistische fantasie weg te zetten. Daartegenover staat dan dat het blind vasthouden aan het rampzalige marktgeloof, wanneer zoveel mensenlevens op het spel staan, van een even onrealistisch wereldbeeld getuigt. Er is een limiet aan wat mensen verdragen! 

Daarenboven geldt de hier voorgestelde wijze om patenten in het belang van de gemeenschap te beheren even goed voor de chemische en agro-industrie. Maar dat is een ander verhaal.