Zoals bij velen is
een portie ergernis bij het lezen van mijn krant en het volgen van nieuwsmedia
ook mijn dagelijks deel. Ik hou me doorgaans in om daar lucht aan te geven
omdat zuur doen over alle zurigheid, waarmee we overspoeld worden, niet meteen
leidt tot meer begrip, redelijker gedrag of intelligentere klap. Wie zich grondig
informeert alvorens meningen te ventileren zal dat wel blijven doen en wie
enkel in staat is om vanuit de buik te "denken" en de luidste roepers
van de dag na te praten zal dat ook blijven doen. Sociale media gaan daar niet
veel aan veranderen, wel integendeel.
Vandaag is er toch
een kleinigheid waar ik wil op wijzen. Het behelst de controverse over de farma-industrie.
Meer bepaald de verontwaardiging over vertraging in de levering van vaccins
die werd aangekondigd en de bewering als zou big pharma winst belangrijker
vinden dan volksgezondheid.
Het eerste misverstand komt voort uit onbegrip over
productieprocessen. Het woord zegt het zelf: "Big Pharma" is big
production. Er wordt een zeer ingewikkelde productielijn in gereedheid gebracht
voor een bepaalde capaciteit. Die omvang is op dat ogenblik (we zitten nog in
testfase) wellicht ingegeven vanuit een evenwicht tussen investeringen versus
kans op eindsucces bij testen van het vaccin en de daarop volgende goedkeuring
door de Europese Geneesmiddelenautoriteit (EMA), het Britse MHRA, de
Amerikaanse FDA, enz. Wanneer het vaccin uiteindelijk kan worden gedistribueerd
en de vraag enorm groot blijkt te zijn, wordt er beslist om op te schalen naar
(in het geval van Pfizer) zowat het dubbele aantal dosissen. Zoiets is geen
kwestie van even aan de volumeknop draaien. Alle fases van de productie dienen
opgeschaald te worden, alsook de toevoer van grondstoffen en dit alles opnieuw
op mekaar afgesteld. Dat de productielijn daarvoor moet onderbroken worden
lijkt me niet onbegrijpelijk. Natuurlijk heb ik geen inzage in de interne
keuken van die bedrijven maar dat hebben al die roodaanlopende verontwaardigde
schreeuwers ook niet.
Zorgelijker en perverser is het wanneer een farmabedrijf zou
beslissen om een deel van de voorraad te herbestemmen naar een hogere bieder.
Mocht dit het geval zijn, wat nu geïnsinueerd wordt maar lang niet hard
gemaakt, dan heeft het weer te maken met...
Het tweede misverstand. Dit is nu een discussie die ik al 40
jaar voer, vooral binnen weldenkende progressieve en politiek correcte middens.
Men lijkt er van uit te gaan dat het de taak van bedrijven is om te zorgen voor
het welzijn van hun arbeiders en van burgers in 't algemeen, dat ze
verantwoordelijk zijn voor het niet verstoren van ecologisch evenwicht, dat die
verantwoordelijkheid ook reikt tot het niet bezoedelen van onze lucht en geen
chemische troep in onze waterlopen te lozen, dat ze dus de gezondheid van
onze planeet niet in gevaar brengen. Kortom men gaat er van uit dat bedrijven zich ethisch dienen te gedragen. De denkfout is: een bedrijf kent geen
morele categorieën, heeft geen geweten net zoals uw broodrooster dat ook niet
heeft. Een bedrijf heeft als doel winst op te leveren voor de eigenaar en
productie is het middel daartoe. De ondernemer is natuurlijk wel moreel
aanspreekbaar en kan dus ter verantwoording geroepen worden. "Irrelevante nuance,"
denkt u maar ik zet graag puntjes op de "i": het zijn de mensen
achter de bedrijven die beslissingen nemen en dat is belangrijk om te begrijpen waar het probleem zit.
Een onderneming die geleid wordt door één persoon is een
simpel gegeven: de eigenaar kan, sociaal bewogen en milieubewust, er alles aan
doen om zijn medewerkers billijk te vergoeden en alles in het werk te stellen
om een op alle gebied eerlijk en proper product af te leveren. Als we pech
hebben neemt die ondernemer het niet zo nauw met morele normen. Ik ben in dit
opzicht niet naïef. Er lopen nogal wat gewetenloze schurken rond die zich
"entrepreneur" of “businessman” noemen maar ik ga ervan uit dat de
overgrote meerderheid van mensen die een zaak opzetten dat doen vanuit zeer
eerbare beweegredenen, zelfs vanuit een passie voor hun product. Die goede
bedoelingen staan echter steeds onder druk: in een openmarktsysteem is
concurrentie een onverbiddelijke regulator. Dat geldt natuurlijk op gebied van
prijszetting maar daar hangt automatisch ook productiekost aan vast en dus
kwaliteit, arbeidsomstandigheden, enz.
In het geval van verschillende eigenaars maakt
bedrijfsethiek voorwerp uit van onderhandeling tussen die eigenaars wat niet
altijd garant staat voor een ethisch gezonder beleid. Dit is niet enkel het gevolg
van inhaligheid van die eigenaars. Een ondernemer of CEO van een bedrijf dat met veel arbeiders en
bedienden werkt is ook verantwoordelijk voor het welzijn van zijn
medewerkers en hun gezinnen; enerzijds ingegeven uit menselijke overwegingen, anderzijds omdat personeel dat niet verzorgd wordt wellicht geneigd is om weg te lopen. De strategische keuzes die op de markt en in het
productieproces gemaakt worden hebben daar rechtstreeks impact op.
Nog een stapje ingewikkelder wordt het wanneer een bedrijf
beursgenoteerd is en dus in handen van heel veel anonieme aandeelhouders,
zonder echte band met het bedrijf, voor wie rendement het enige criterium is.
Voor ethiek lijkt nog weinig ruimte.
Gelukkig heeft de markt ook een positief effect. Ethische
bedrijfsvoering kan ook verkoopsargument zijn in een deel van de markt. De
gevoeligheid bij de consument heeft hierdoor bijvoorbeeld aanleiding gegeven
tot het ontstaan van fair trade
producten. Daarnaast hebben veel bedrijfsleiders al in een vroege
industrialiseringsfase beseft dat tevreden werknemers een groter engagement
hebben tegenover hun bedrijf, wat zowel de kwaliteit als de continuïteit van de
productie ten goede komt. Het is dus niet al kommer en kwel maar wel een zeer
complex tableau waar we toch even mogen bij stil staan alvorens met simplistische
conclusies naar de sociale media te trekken.
Terug naar de coronavaccins, of beter naar de farmaceutische
industrie. Het bijzondere aan die industrietak is het groot maatschappelijk
belang ervan en de verwevenheid met het publiek wetenschappelijk onderzoek. Dat
laatste is problematisch op verschillende niveaus. Veel onderzoek gebeurt
initieel in universiteiten. Bij ons betekent dit dus volledig publiek
gefinancierd onderzoek en ontwikkeling. De ontwikkeling van een geneesmiddel is
veelal ook het resultaat van een samenwerking tussen een universiteit en een
privaat bedrijf. Daarnaast worden bepaalde onderzoeken in privébedrijven ook
wel gesubsidieerd door overheden. Bepaalde geneesmiddelen kunnen ook
schatplichtig zijn aan eerder onderzoek waarop nog intellectueel
eigendomsrechten rusten. En het gebeurt ook dat een farmabedrijf een
universitair onderzoekslabo helpt. Dit alles zorgt voor een erg complex en
problematisch patentlandschap.
De intellectuele eigendomswetgeving, die nationale materie
is maar waarover ook internationale akkoorden gelden, is er in de eerste plaats
om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling wettelijk te beschermen. Het
verleent de patenthouder echter gedurende een bepaalde periode het alleenrecht
op productie en verkoop van zijn (in dit geval) geneesmiddel, wat neerkomt op
een monopolie-, dus machtspositie. Bij grote of dringende vraag naar dit middel
kan dit leiden tot een zekere willekeur op het gebied van prijszetting en
bevoorrading. Los van het gegeven of een firma inderdaad misbruik maakt van
zijn positie ten koste van het algemeen belang of niet, is dit een ongezonde
situatie die ook in het gunstige geval van integer gedrag toch altijd met
argwaan zal bekeken worden. En in de praktijk hebben we al talloze keren gezien
dat die argwaan ook gewettigd blijkt.
Hoe ontkomen we aan deze tina-patstelling, een gang van
zaken die niet vermijdbaar is? There is no alternative is de roep van ons
neoliberaal bestel maar gaat uit van een duidelijk ideologische stellingname:
tegen regulering, voor volledige suprematie van de markt. Eens buiten dit kader
zijn er natuurlijk tal van mogelijkheden om tegen de dwingelandij van de
marktjungle en de moordende concurrentiestrijd op kosten van de gemeenschap in
te gaan. In een notendop en heel ver vooruit kijkend: in het geval van
bescherming van intellectuele eigendom is het bijvoorbeeld best denkbaar dat
patenten niet in handen komen van private eigenaars maar van een internationaal
patentagentschap. Dat agentschap kan dan licenties aan bedrijven verlenen. Licenties worden toegekend
onder strikte voorwaarden en telkens voor een beperkte periode. Op die manier
kan de opbrengst van de licenties op billijke wijze verdeeld worden tussen de
ontwikkelaars van een product zodat de stimulus voor innoverend onderzoek
blijft bestaan en zelfs extra gewicht kan krijgen.
Uiteraard is een dergelijk omvattend systeem een hele klus om op te zetten. Dat moet eerst en vooral politiek gedragen worden. Het juridisch kader zal voldoende garanties voor de bedrijven moeten bieden, rekening houdend met hun aandeel in de ontwikkeling die uiteraard moet vergoed worden. Voor productie en commercialisering moet ook een duidelijke procedure gelden die licentieaanvragen reglementeert, een transparante en eerlijke beoordelingswijze vastlegt alsook de geldende termijn van de licentie. Welke geneesmiddelen geproduceerd worden moet niet bepaald worden op basis van hun commerciële "levensvatbaarheid" maar doordat ze het algemeen belang en de volksgezondheid dienen. Welke instanties daar uiteindelijk over beslissen (een orgaan onder de koepel van de Wereld Gezondheidsorganisatie?) moet ook bepaald worden. Het is dus duidelijk dat proberen nu even snel met een nieuwe mondiale patentregeling voor de pinnen komen om de huidige pandemie te lijf te gaan geen goed idee is en onmogelijk. Dit is werk van vele jaren. Maar de pandemie heeft misschien meer geesten klaar gemaakt om hierover na te denken. De urgentie hiervoor is in ieder geval duidelijk.
Ik ben een absolute leek wat deze materie betreft en dus is
het makkelijk om dit idee als totaal onrealistische fantasie weg te zetten. Daartegenover
staat dan dat het blind vasthouden aan het rampzalige marktgeloof, wanneer zoveel
mensenlevens op het spel staan, van een even onrealistisch wereldbeeld getuigt. Er
is een limiet aan wat mensen verdragen!
Daarenboven geldt de hier voorgestelde wijze om patenten in het belang van de gemeenschap te beheren even goed voor de chemische en agro-industrie. Maar dat is een ander verhaal.