maandag 29 februari 2016

Gratis onderwijs

de mythologisering doorprikt


Nog een standpunt uit de Gentse Freinetkrant De Viervoeter.


Gratis kwaliteitsonderwijs voor iedereen is een fundamenteel recht zoals gratis zuivere lucht en zuiver water dat ook (zouden moeten) zijn.  Terwijl "recht op zuiver water en zuivere lucht" sedert het begin der tijden evidenties waren, vóór ze door schaarste ideeën werden, is "recht op onderwijs voor iedereen" natuurlijk een tamelijk recent idee dat pas als realiseerbaar aanvaard werd na de sociale omwentelingen van de 19de en vroege 20ste eeuw.


Vandaag zijn er geen evidenties meer en ideeën worden weer gevaarlijk. We vinden het dus tolereerbaar dat een niet al te vervuilde lucht is voorbehouden aan diegene die zich een woning in het groen kan veroorloven. Velen leggen zich neer bij de mythe dat zuiver drinkwater enkel tegen woekerprijzen in plastic flessen kan gekocht worden en dus voorbehouden voor wie het kan betalen. In dezelfde lijn pikken mensen het dat de roep naar "responsabilisering" van de ouders in de economische realiteit van degelijk onderwijs steeds sterker wordt. "Men kan toch niet alles op de gemeenschap blijven afwentelen."

De idee van gratis onderwijs is er nochtans niet zomaar gekomen. Toen de overheid het tot haar taak ging rekenen om gratis onderwijs in te richten, dan was dit naast een pure sociale maatregel ook om burgers te responsabiliseren, maar dan in de betekenis van: hen verantwoordelijkheid geven in de organisatie van de samenleving, in hoe die er moet uitzien. Als je burgers wil die met voldoende kennis van zaken meebeslissen over zaken die de gemeenschap aanbelangen, dan moet je burgers opleiden die de nodige kennis daartoe bezitten. Dit is een basisvoorwaarde voor een democratische samenleving. Dat economische machtsgroepen en politici nog andere bedoelingen hadden met het onderwijs, doet niets af van de legitimiteit van het fundamenteel recht op onderwijs.

Maar de overheidsplicht tot het inrichten van gratis kwaliteitsonderwijs heeft nog een tweede reden. De samenleving eist steeds meer scholing van haar leden. Wie niet voldoende vaardigheden bezit wordt economisch en sociaal uitgesloten. Er is geen écht vrije keuze meer. Men kan er niet meer voor kiezen om het met wat minder opleiding (en dus wat minder inkomsten) te doen. Wie geen opleiding heeft, hoort er gewoon niet meer bij. Een samenleving die zo'n hoge eisen stelt aan haar burgers, is verplicht alle middelen uit te putten om iedereen dezelfde kansen te bieden, zo niet kan ze niet blijven volhouden dat ze de democratische rechten van haar burgers waarborgt.

Volledig gratis en kwalitatief hoogstaand onderwijs voor iedereen is dus een fundamenteel, onvervreemdbaar recht waarop niet kan afgedongen worden. Dit betekent dat geen enkele vergoeding mag gevraagd worden om tot de lessen toegelaten te worden of om aan de examens deel te nemen en dat alle boeken, schriften en andere lesmaterialen gratis moeten verstrekt worden.
Hoe zit het dan met die zeer actuele roep naar de computer in de klas? Wel, eerst en vooral dient er natuurlijk uitgemaakt te worden in welke mate die computer in de klas relevant of noodzakelijk is (cfr. de lezersbrieven in vorige en in deze Viervoeter). Wanneer eenmaal beslist zou worden dat de computer wel degelijk thuishoort in de school van vandaag, dan moet dit zonder tussenkomst van de leerlingen (ouders) kunnen.

Dit alles verhindert niet dat bepaalde materialen, die niet tot de basisuitrusting van de klas behoren, of uitstappen kunnen worden gefinancierd door de inzet van de leerlingen zelf (denk maar aan de succesvolle Waddenacties in de Harp).

Dit artikel verscheen midden jaren '90 in De Viervoeter. De Harp is (nog steeds) één van de Gentse Freinetscholen.

donderdag 18 februari 2016